Brunswijk heeft laatstelijk in een interview opgeroepen tot bundeling van alle Afro-Surinamers. Hij wond er geen doekjes om. Dit is onze laatste kans zei hij. Wij stonden tegen over elkaar in de slaven tijd, maar nu moeten we één zijn.
Ik wil een bundeling van alle nazaten van de mensen die uit Afrika zijn gekomen, de nazaten van slaven. Ik wil dat wij ons bundelen, Want onze voorouders hebben betaald voor Suriname. Alle vernederingen, alle mishandelingen; onze mensen werden vermoord.
Als we verdeeld zijn zullen we geen voordeel uit Suriname halen, daarom roep ik al mijn broeders op: mijn broeders van de stad, van het Binnenland:Matawai, kwinti, waar je ook bent, we moeten ons bundelen. We moeten een eenheid vormen, omdat we in dit land hebben gezwoegd en geleden, dus we moeten ook de vruchten plukken van het land.
We hebben tegenover elkaar gestaan tijdens de slaventijd, maar nu spring ik ook in de bres voor stadsnegers. Het maakt niet uit of je een stadsneger bent of een marron, ik ben hier om jullie belangen te behartigen.
Marrons en Stadsnegers, We moeten ons bundelen. Ik ben hier om de belangen van alle Afro-surinamers te behartigen. Dit is onze laatste kans, ik ga niet meer hier zijn om voor jullie op te komen als we ons niet bundelen. Tot zover Brunswijk zijn oproep aan alle Afro-Surinamers.
Bovenstaande is een vertaling uit het Sranan.