ABOP-voorzitter Ronnie Brunswijk heeft scherpe kritiek geuit op de mogelijke verdeling van de hoogste staatsfuncties binnen de vormende coalitie. Volgens Brunswijk komt het vicepresidentschap de Nationale Partij Suriname (NPS) niet toe. “De politieke realiteit is hard en ik ben geen jaknikker,” zei hij zondag tegen journalisten in het parlementsgebouw, vlak voordat hij werd beëdigd als lid van De Nationale Assemblee (DNA).
Brunswijk gaf aan dat de ABOP nog volop in onderhandeling is met de NDP over de invulling van het presidents- en vicepresidentschap. Hij benadrukte dat bij de verdeling van de macht rekening gehouden moet worden met de electorale verhoudingen. “Wij zijn de tweede grootste partij binnen de combinatie van NDP, NPS, BEP, PL en A-20. Dus het koekje moet eerlijk verdeeld worden.”
De ABOP-voorzitter verwees naar Jennifer Simons als presidentskandidaat namens de NDP, die met 18 zetels de grootste partij is. Volgens hem is het logisch dat zijn partij als tweede grootste aanspraak maakt op ten minste één van de drie topfuncties in het landsbestuur.
Brunswijk toonde zich ontevreden over de huidige verdeling. “Twee van deze posities gaan naar één partij, en de derde wordt gegund aan wie ze willen, terwijl die het niet verdient. Dat is onacceptabel,” stelde hij.
Hoewel hij benadrukte dat de onderhandelingen nog lopen, liet hij in het midden wat de ABOP zal doen als hun eisen niet ingewilligd worden. “De strijd is nog niet gestreden,” besloot Brunswijk strijdvaardig.
De vorming van een nieuwe regering lijkt hiermee nog geen gelopen race, met aanhoudende discussies over representatie en machtsevenwicht binnen de beoogde coalitie.