Woensdag is geen gewone werkdag op het Kabinet van Vicepresident Ronnie Brunswijk aan de Dr. Sophie Redmondstraat. Elke week verandert het gebouw in een soort markt, waar tientallen, soms zelfs honderden burgers samenkomen in de hoop persoonlijk hulp te ontvangen van de vicepresident. De Raad van Ministers (RvM) wordt op deze dag gehouden, maar de wachtzaal en zelfs de stoep buiten het gebouw zijn gevuld met mensen die allemaal hun nood proberen te lenigen.
Brunswijk, die zichtbaar vermoeid is door de constante toestroom, gaf tegenover journalisten aan dat hij de situatie beu is. “Hier is geen sociale zaken. De mensen moeten naar sociale zaken gaan,” benadrukte hij. Volgens de vicepresident spenderen velen van deze burgers hun tijd aan zijn kabinet om financiële hulp te vragen voor allerlei zaken, van een zak rijst tot medische kosten en zelfs inschrijfgelden voor hun kinderen.
Hoewel Brunswijk benadrukte dat hij veel geld uit eigen zak heeft uitgegeven aan armoedebestrijding, wilde hij geen exacte cijfers noemen. Wat hij wel onthulde, is dat het geld afkomstig is uit de winsten van een bedrijf van zijn zoon. “Heel veel geld van mijzelf is gegaan naar armoedebestrijding,” voegde hij toe.
Ondanks zijn woorden, bleef Brunswijk na het interview omringd door hulpbehoevenden die hun situatie kwamen uitleggen in de hoop op ondersteuning. Het is duidelijk dat de vraag naar hulp groot blijft, maar de vicepresident benadrukt dat zijn kabinet geen instantie is voor sociale voorzieningen.
De vraag rijst of er binnenkort maatregelen zullen worden genomen om de druk op zijn kantoor te verlichten en de burgers te verwijzen naar de juiste kanalen voor hulp.