De droogte heeft onze samenleving nu bijkans 02 maanden in een greep van dagelijkse gemiddelde temperaturen van 38 graden Celcius. Dit fenomeen heeft zeker invloed op de brandweerzorg, waarbij de brandweer landelijk dagelijks gemiddeld 120 keren moet uitrukken voor branden, voornamelijk gras- en vuilnisbranden.
Uit onderzoek is gebleken dat dit soort van branden vaak genoeg moedwillig worden aangestoken. Dit handelen is zeer onverantwoord en onmaatschappelijk, waarbij niet alleen overlast van deze branden aan de orde is maar zeker nog het risico van branduitbreiding met vaak noodlottige gevolgen, permanent aanwezig is. In de afgelopen periode zijn al 12 woningen in vlammen opgegaan ten gevolge van gras- en of vuilnisbranden.
Het Openbaar Ministerie(OM) heeft reeds twee jaar terug een ernstige waarschuwing doen uitgaan naar degenen die zich direct of indirect schuldig maken aan het verbranden van gras en of vuil. Hieronder een passage van het officieel bericht van het OM.
‘Het in brand steken van vuil (afval) en gras (weed, takken) kan overlast tot gevolg hebben voor anderen. Ter bescherming van die anderen heeft de wetgever bepalingen opgenomen in de wet van 30 maart 2015 (S.B. 2015 no 44 houdende nadere wijzigingen van het Wetboek van Strafrecht G.B. 1911 no. 01, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 2012 no 70) in verband met herziening van het Wetboek van Strafrecht. Onder onroerende zaken wordt in dit geval aansluiting gezocht bij het Burgerlijk Wetboek tw. Artikel 562
Onroerende zaken zijn:
1. Gronderven en hetgeen daarop gebouwd is;
2. Molens, met uitzondering van zodanige waarvan in artikel 566 wordt gehandeld;
3. Bomen en veldgewassen, die met hun wortels in de grond vast zijn, onafgeplukte boomvruchten, mitsgaders delfstoffen, als steenkolen, veen en dergelijke, zolang deze voorwerpen nog niet van de grond gescheiden en uitgedolven zijn;
4. Schaarhout van kapbossen en hout van hoogstammige bomen, zolang deze niet gekapt is.
In de artikelen 497, 498 is bv. duidelijk omschreven dat overtreders ‘gecorrigeerd’ kunnen worden met hechtenis van ten hoogste 06 weken en een geldboete van de eerste categorie (Srd 3.500,-). Het OM heeft met dit artikel de samenleving geïnformeerd over de sancties, die kunnen volgen, indien men zich niet houdt aan voornoemde wettelijke bepalingen.
Het korps Brandweer Suriname doet ten overvloede een beroep op de gemeenschap om extra alert en verantwoord te zijn in deze droge periode. Met een dagelijkse hoge frequentie aan meldingen van gras- en vuilbranden, die vaker niet tegelijkertijd kunnen worden geblust, kan de brandweerzorg ‘oververhit’ raken en in een kritieke fase belanden!!!’