De boothouders die de oversteek Paramaribo-Meerzorg onderhouden, hebben maandag hun boten aan de ketting gehouden. De overheid is afspraken met hen niet nagekomen. Ann Sadi, voorzitter van de Vereniging van Boothouders in Commewijne, meldt dat een jaar geleden bij de onderhandeling over nieuwe tarieven was afgesproken dat de overheid voor elke passagiers SRD. 2,- zou betalen. “De boothouders hebben tot heden nog niets ontvangen en intussen is de brandstofprijs al een paar keren verhoogd”.
Deze kleine ondernemers hadden gepleit voor een tarief van SRD.7,50 dat uiteindelijk SRD 5,- werd. “We hebben SRD 0,50 ingeleverd en de overheid zou inkomen met het verschil van SRD 2,-“, zegt de voorzitter. De bootondernemers hebben de kwestie meerdere keren schriftelijk onder de aandacht gebracht van het ministerie van Transport Communicatie en Toerisme (TCT). Toch is de betaling uitgebleven.
Sommige bootthouders hebben door de precaire economische toestand dit werk voor gezien gehouden. “Ze komen niet uit met hun geld en daarom zijn er boten aan het rotten”, zegt Sadi over de situatie.
Velen konden door de actie van de boothouders, de oversteek maandagmorgen vanuit Meerzorg niet maken naar Paramaribo, waar zij werken. Zij moesten het doen met het beperkte aantal pendelbussen van het Nationaal Vervoersbedrijf (NVB), die onvoldoende waren om dit probleem op te lossen.