Het studieleningenprogramma komt weer van de grond en zal opnieuw door de Nationale Ontwikkelingsbank (NOB) worden geadministreerd. Er is nu SRD.10 miljoen ter beschikking in het Fonds dat, beheerd wordt door deze bank. Deze informatie gaf Marie Levens van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC) aan het parlement. Vorig jaar maakte de bank bekend, dat zij vanaf 1 juni 2020 geen nieuwe aanvragen meer behandeld. De aangediende aanvragen werden aangehouden.
Studiebeurzen werden beperkt tot de aanbiedingen van het buitenland. Het ministerie heeft zoals aangegeven door de minister een schuld van SRD.165 miljoen. Vanwege de aangepaste begroting krijgt het ministerie 30 procent minder dan aanvankelijk de bedoeling was voor operationele kosten.
De beperkte middelen zullen volgens de minister wel invloed hebben op de kwaliteit van het onderwijs, de scholen, de leerkrachten woningen, de internaten. Er is nu minder voor curriculumontwikkeling, trainen van leerkrachten, elektriciteit, water en internet, onderhoud en renovatie, schoonmaak, bewaking en transport.
Toch is er vanwege het Herstelplan licht aan het einde van de tunnel. Schoolvervoer wordt nu gratis, want er is SRD 80 miljoen ervoor opgebracht op de begroting. Hygiëne op de scholen zal toenemen vanwege de speciale programma’s uit het COVID-fonds. Schoolvoeding, schooltv, kleinere klassen, onderwijs dichter bij huis in het binnenland zijn zaken, die het onderwijs nu vorm moeten geven.
Scholen kunnen door gebrek aan financiën niet afgebouwd worden. Echter zijn er wel enkele scholen en praktijklokalen af in Moengtapoe, Atjoni, Hanover, Apoera en Brokopondo. Het ministerie zoekt naar lokale bedrijven en gemeenschappen die het ministerie willen helpen om de scholen af te bouwen en te renoveren.
Twee scholen zijn in het binnenland door particulieren geschonken en op twee plekken zijn lokalen gerenoveerd door de plaatselijke gemeenschap. Deze public private partnerschappen wil het ministerie blijven stimuleren, zegt de bewindsvrouw