De Stichting Bosbeheer en Bostoezicht (SBB) blijft werken aan de goede monitoring van ons oerwoud. Als land kunnen wij nog lang mee met ons bos, zegt directeur Stanley Betterson. Volgens hem bestaat er enige verwarring in de samenleving als zou het bos worden kaal gekapt. Deze opvatting is te wijten aan het aantal houttrucks die men dagelijks op de weg ziet. Maar dit proces geschiedt volgens een kap plan, benadrukt de SBB-directeur.
Concessionarissen gaan het bos niet in om alle bomen die zij zien om te hakken. Er wordt altijd gewerkt volgens een plan. Als er bijvoorbeeld tien bomen zijn, dan mag een omgehakt worden. Dit systeem is ontwikkeld door het Celos en het gebied zou zich normaal herstellen. “Het Surinaams bos is groot. Als je 10 hectare omhakt laad je vele trucks, dan lijkt het erop alsof alle hout wordt weggedragen,” zegt de directeur.
Door studies uit te voeren houdt SBB de druk die het bos aankan goed in de gaten. Volgens Betterson stopt de controle niet bij de goedkeuring van een kap plan van een concessionaris. Toch zijn er personen die tegen de regels in handelen en zich niet houden aan een goedgekeurd kap plan.
Om de controlemechanismen te versterken is er onder andere een commandocentrum opgezet. Iedere houttruck zal van daaruit nauwkeurig worden gevolgd. In juni moet het commandocentrum volledig operationeel zijn. Volgens Betterson zullen de houttransporteurs over een vervoermiddelpas moeten beschikken. “Wie die niet heeft, mag geen hout transporteren,” benadrukt de SBB-directeur.
Personen van het commandocentrum kunnen via beelden nagaan waar de houttruck is langs geweest. Zodra de houttransporteur de concessie verlaat, zal hij onder andere moeten aangeven langs welke posten hij gaat en hoeveel hout hij vervoert.
