De toekomst van de Chinalco-deal, die West-Suriname zou kunnen transformeren tot een bauxiethaven, ligt nog open. Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, Internationale Business en Internationale Samenwerkingen benadrukt dat de overeenkomst met de Chinese multinational nog niet definitief is en dat verdere besluitvorming afhankelijk is van het parlement.
Hoewel er een Memorandum of Understanding (MoU) is ondertekend, zal De Nationale Assemblee (DNA) zich nog uitgebreid buigen over de voorstellen van Chinalco. DNA heeft aangegeven meer dan 90 dagen nodig te hebben om de kwestie zorgvuldig te bestuderen. Volgens Ramdin respecteert de regering dit proces en zal Chinalco op de hoogte worden gesteld van de verlengde termijn.
Binnen de lokale gemeenschappen heerst onvrede over het gebrek aan consultaties. De minister erkent deze kritiek en kondigt aan dat de FPIC-procedure (Free, Prior and Informed Consent) opgestart zal worden, zodat de betrokkenen op een transparante manier worden geïnformeerd. Zowel de regering als DNA zullen in dialoog gaan met de gemeenschappen.
Volgens Ramdin kan de ontginning van bauxiet een belangrijke inkomstenbron worden voor Suriname, naast de olie- en gasindustrie. Tegelijkertijd wijst hij op de noodzaak om de biodiversiteit en de carbon negatieve status van het land te behouden. Alternatieve ontwikkelingsmogelijkheden voor West-Suriname worden eveneens onderzocht, waaronder natuurbehoud met financiële compensatie.
Lokale inheemse gemeenschappen, waaronder bewoners van Apoera, Washabo, Section en Sandlanding, hebben hun zorgen geuit over de overeenkomst. Zij stellen dat ze niet betrokken zijn bij de besluitvorming en waren verrast door de ondertekening van de MoU. Als protest hielden zij onlangs een vredesloop om de regering op te roepen de deal te stoppen. “We zijn niet tegen ontwikkeling, maar het moet op de juiste manier gebeuren,” benadrukt kapitein Marchiano Jong van Apoera.