Stanley Betterson, directeur van Stichting voor Bosbeheer en Bostoezicht (SBB), heeft de aanval op het bedrijf op 2 mei te Pikin Saron ervaren als een donderslag bij heldere hemel. “Veel van de boswachters die daar voor ons werken zijn van het gebied en we hadden geen enkel aanwijzing dat dit zou gebeuren. ”Houttrucks zijn in brand gestoken en boswachters zijn gegijzeld. Werknemers van Grassalco in Maripaston zijn niet bespaard gebleven. Twee mensen lieten het leven.
Er werd zonder enige melding geschoten op de controlepost van SBB. De zeven boswachters die op de post aanwezig waren zijn nu beland bij de psycholoog en willen niet terug naar de plek. Zij leven nog in angst.
Het was een dag waarop de directeur al ziek had gemeld. Uiteindelijk is hij met zijn medicijnen vertrokken naar het gebied. Hij trof tien smeulende trucks aan en kogelgaten in het gebouw. Het blijkt dat men het niet had gemunt op Pikin Saron. De daders, die in beschonken toestand waren wilden vervoer om naar Maripaston te gaan, en maakten daarvoor een tussenstop bij de SBB-post. De heren die dronken waren staken de trucks in brand. Ook een dienstvoertuig van de SBB moest het ontgelden.
De trucks waren op de post, omdat de administratieve zaken niet in orde waren. Verder had het team van Pikin Saron collega’s op bezoek, die besloten te overnachten. Anders zouden er minder boswachters en één SBB-voertuig aanwezig zijn en ook minder houttrucks aangetroffen worden.
SBB probeert al geruime tijd de boswachters die in het bos werken, en buitengewoon agent van politie zijn beter te beschermen. Ze zijn namelijk niet bewapend. “… We werken er al twee jaar aan dat ze kunnen worden bewapend. Ik weet niet waarom het niet lukt. Hopelijk kan het nu wel,” aldus de directeur. Nu wil de organisatie ook betere communicatiemogelijkheden voor de medewerkers, zoals langeafstand portofoons, maar die werken niet heel ver in het bos. Satelliettelefoons lijken nu een noodzaak Het is wel duur, maar de veiligheid van de werkers gaat voor.” Boswachters zijn wel het één en ander gewend, omdat het bos vol gevaren zit, “maar gevaar dat van mensen uitgaat … dat zijn ze niet gewend,” volgens Betterson, die ontkent dat er nieuwe concessies zijn uitgegeven.
“Wat je hebt is dat er een concessie wordt uitgegeven voor vijf jaar en de ondernemer mag twee keer verlengen. Echter, bedrijfsinvestering en plannen zijn gemaakt met dertig, veertig en vijftig jaar in gedachten. Dus na twee keer verlengen vraagt dezelfde ondernemer de concessie weer aan, maar dan onder een andere naam omdat hij vanwege de Boswet niet anders kan. En dat speelt heel vaak. De aanvraag onder een nieuwe naam wordt weliswaar behandeld als een nieuwe, maar is de facto een oude”, maakt Betterson duidelijk.
De directeur geeft toe, dat bepaalde wetten moeten worden aangepast. Regels voor de kleine( 5.000 hectare) en grote concessies(40.000 hectare) zouden niet hetzelfde moeten zijn. Betterson zegt verder dat er rond 2019 en 2020 concessies zijn uitgegeven via vele omwegen, die geen rekening hielden met de Boswet, noch de districtscommissaris en soms was er geen businessplan. Toen hij aantrad is samen met de regering besloten geen nieuwe concessies uit te geven, maar te inventariseren.
Marrons en inheemsen hebben wel toegang tot grond om de eigen ontwikkeling ter hand te nemen. “Pikin Saron beschikt ook over gemeenschapsbos. Van de 4,1 miljoen hectare van de bosgordel is 800.000 hectare gemeenschapsbos van de lokale gemeenschappen. En juist daar hebben we grote problemen omdat de mensen weigeren zich te houden aan de Boswet. In veel van dit gemeenschapsbos wordt aan kaalkap gedaan. Veel van deze gemeenschapsbossen bevatten daardoor geen hout meer”, dit maakt Betterson duidelijk.