In de Surinaamse wateren vinden we zowel marine- als seabobgarnalen, maar beide soorten worden bedreigd, de ene door overbevissing en de andere door klimaatverandering. Minister Parmanand Sewdien van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) wijst op statistieken sinds 1985, waaruit blijkt dat er in 1996 een totale instorting was van de garnalenvoorraad.
“Er waren toen te veel boten op zee,” zegt Sewdien. “Er is kapot gevangen.” Destijds waren er 140 vergunningen voor garnalenvangst uitgegeven, maar door de drastische afname in de garnalenvoorraad, waren er maar weinig boten actief in de vangst.
In 2024 zijn er slechts 24 vergunningen uitgegeven, waarvan 20 boten daadwerkelijk actief zijn. Volgens minister Sewdien hanteert LVV een streng beleid om te voorkomen dat de marinegarnalenpopulatie volledig verdwijnt. “Na 30 jaar is er een klein herstel te merken,” aldus de minister.
Voor seabobgarnalen is klimaatverandering de grootste bedreiging. De minister legt uit dat de temperatuur van het zeewater fluctueert en de vegetatie verandert, met name door de toename van overtollig zeewier in de Caribische wateren. Sewdien benadrukt dat het ministerie zijn strikte beleid zal blijven handhaven om te voorkomen dat de Surinaamse wateren straks zonder garnalen en vis zitten.