Om te weten wat je aan nuttige en schadelijke effecten hebt door multi nationals bauxiet te laten mijnen is dit deel 3 uit onze eigen geschiedenis hierover. In dit deel gat het weer over een der vedreven volken. Minstens vijf plantages, boedel, die gekocht waren door hun overgrootouders, werden door Biliton en Suralco met dwang en voor een luttel bedrag gekocht .
Verdreven werden de daar wonende en zelfvoorzienende Afroparanen. Een relatief groot inheems dorp werd verdreven van de plaats waar nu ons grootste vliegveld staat. Voor de bauxietmijning en de stuwdam werden grote offers gebracht door duizeenden Saramacaners, ook een van de zelfvoorzienende volken, die er niet van genoten hebben.
International airport
Suriname hield er een linternationale Luchthaven aan over omdat ons land belangrijk was wanwege onze bauxiet (= aluminium voor vliegtuigen) voor de tweede wereldoorlog. Daarna was het 30 jaar van buitenlandse vliegmaatschappijen KLM en Panam(Pan American) die met de Suriname route geld verdienden.
Voor de luchthaven werd in de jaren 1930 werd ook de weg naar het vliegveld aangelegd. Eerst de Weg naar Zanderij, in het Sranan Para pasi geheten, en later omgedoopt tot Indira Ghandi weg. De weg hebben we er wel aan overgehouden. Een spoorlijn met stoomtrein die van stations in Onverwacht naar Republiek en veel verder liep in verband met goudwinning aan de Lawa, was er toen al. Daarvoor ging alle transport van de plantages en het bos over de Pararivier.
Duizenden Saramacaners verdreven
Toen energie opwekking voor de Aluinaarde fabriek in de jaren 1960 nodig was moesten honderden kilometers bos en bosbewoners (bus’kondre sma) wijken voor het grote stuwmeer.
Toen tientallen dorpjes van Saramacaners zouden worden verdronken voor aanleg van het meer stelden de Amerikanen hun voor de keus verhuizen naar de bovenloop of de benedenloop van de Suriname rivier voor dit waterkrachtwerk.
Zo moesten Saramacaners die er al 200 jaar woonden de moeilijke keuze maken om verschrikkelijk ver van hun (schoon)familie leden te wonen. Of naar de boven Suriname dichter in het bos, of de andere kant op dichter bij de stad.
De Saramacaanse schrijver Dorus Vrede die dat als kind meemaakte schreef er boeken over zoals: Rond het sterfbed van mijn dorp en Otabanda, die dit drama invoelbaar maakt.
Geen Opvang
Voor de mensen die dichter bij de stad wouden wonen had de Surinaamse NPS regering een opvang neergezet die zij passend vonden, Kleine houten geraamtes van 6x6m hutjes met golfplaten bedekt als wanden en dak, die gloeiend heet worden in de zon …Dit was in het gebied dat district Brokopondo werd.
Geen stromend water, geen electriciteit. Geen rivier in de buurt om vissen te vangen, geen vruchtbare griond voorkostgondjes, geen financiele hulp. Geen bomen voor houtkap, geen bos waar uit vruchten en kruiden geoogst kondenworden, geen sanitair. Zinkplaten hutjes, dat was t. Deze Saramacaners offerden om electriciteit en en zelf kregen ze het pas na 25 jaar, onder een heel ander bewind. Maar Suriname kreeg wel de stuwdam, al was dat pas na 50 jaar.
Illustratie: kaart van Suriname met in het Brokopondogebied, de blauwe watermassa, het professor van Blommenstein stuwmeer.