De ministers van het kabinet in Sri Lanka hebben hun ontslag ingediend, na dagen protest van het volk tegen de regering. Alleen de premier Mahinda Rajapaksa is overgebleven in de regering van president Gotabaya Rajapaksa. Ook parlementsleden bevonden zich onder de protesterenden. Het protest is vooral tegen inflatie en het economisch beleid van de president.
De president heeft op zaterdag de noodtoestand afgekondigd, na deze protesten. Ongeveer 750 demonstranten, onder wie parlementsleden inclusief oppositieleider Sajith Premadasa, stoorden zich niet hieraan. Zij protesteerden in Colombo, de grootste stad van het land, tegen onder meer de negentien procent inflatie en het economisch beleid van de president.
De demonstranten eisen de afzetting van de familie Rajapaksa, die vanaf november 2019 weer aan de macht is op het eiland van 22 miljoen inwoners. De ministers van Financiën, Landbouw en Sport, die zondag hun ontslag hebben aangeboden zijn familie van de president.
Het land kampt met tekorten aan energie, voedsel, medicijnen en brandstof. In twee jaar tijd is zeventig procent van de buitenlandse deviezen verdwenen, waardoor het land essentiële producten niet meer kan bekostigen.