Er zijn donderdag door het ministerie van Defensie 92 militairen bevorderd in een naast hogere rang. Het gaat om manschappen, onderofficieren en officieren. Het is volgens minister Krishna Mathoera van Defensie van groot belang voor de defensieorganisatie dat zij over gemotiveerde en betrokken militairen beschikt.
“Voor verandering geldt niet het vermogen, maar de motivatie van mensen. Dat kan, wanneer we u op tijd geven waarop u aanspraak maakt”, zei de minister. Het ministerie probeert met beschikbare middelen zoveel mogelijk zaken gerealiseerd te krijgen. Er worden daarom prioriteiten gesteld en strak op de centen gelet. Vandaar dat ook van de militair er een zekere mate van begrip moet worden gevraagd vanwege de moeilijke tijden waarin het land verkeerd.
De bewindsvrouw bedankte ook voor de ondersteuning in deze moeilijke tijden. Vooral de partners, die ondanks late betalingen hun leveringen niet stoppen, maar geduld en geloof hebben in de defensieorganisatie.
“Ook de Vereniging Rechtspositie Militairen (VRM) verwelkomen we als een partner, maar dan niet met een mes op de keel. Laten we niet provocerend, bedreigend en opruiend bezig zijn, maar laten we een houding etaleren, waar de knelpunten worden geïdentificeerd en we verantwoordelijkheid nemen om gezamenlijk de problemen op te lossen. Zodat we inderdaad een betere defensieorganisatie hebben”, zei Mathoera.
Legerbevelhebber Werner Kioe A Sen deed net als de minister wederom een oproep aan vooral de officieren, om meer dienstbaar leiderschap te etaleren. “Het zijn wij leiders die moeten opkomen voor ons personeel. Iedere leider heeft personeel onder zich. U heeft dus human resources onder u en dit maakt u automatisch tot een human resource manager waar u verplicht bent om ervoor te zorgen dat uw personeel op tijd krijgt wat het verdient,” zei Kioe A Sen.
Volgens de bevelhebber is het is zeer onverantwoord en onvolwassen wanneer gezegd wordt dat de leiding niet geeft om het personeel. “Als dat zo was, zouden wij niet voor de vierde keer dit jaar hier staan om personeel te bevorderen. En natuurlijk, de organisatie moet veel meer krijgen, maar dat komt wel. Rekening houdend met de beperkte middelen, kunnen we alleen maar kleine stappen voorwaarts maken, heb geduld, we komen er wel aan”, zei de bevelhebber.