Ondanks een teleurstellend gelijkspel tegen Spanje, blijft Cody Gakpo positief en strijdlustig richting de return. Met inmiddels zestien goals in het Oranje-shirt komt de aanvaller gevaarlijk dicht bij legendarische namen.
Na een intense wedstrijd waarin Oranje een 2-1 voorsprong uit handen gaf, blikt Cody Gakpo terug met gemengde gevoelens. “We moeten gewoon vol voor die winst gaan op zondag,” zegt hij vastberaden na afloop. Een blessure tijdens de wedstrijd – een ongelukkige bal op een gevoelig plekje – kon hem nauwelijks afremmen. “Ja, dat deed echt pijn. Maar nu gaat het weer.”
Gakpo’s zestien interlandgoals brengen hem op gelijke hoogte met grote namen als Neeskens en John Bosman, en slechts eentje verwijderd van Ruud Gullit. “Zo, kom ik in de buurt?” grapt hij. “Dat is natuurlijk een hele grote eer, maar dat is niet hoe ik op het veld sta. Ik wil gewoon het team helpen, het land helpen om te winnen.”
Hoewel Oranje het niet over de streep wist te trekken, zag Gakpo zeker aanknopingspunten. “Ik denk dat we vandaag hebben laten zien dat we daartoe in staat zijn.” Vooral de samenwerking met Memphis Depay viel op. “Iedereen kent Memphis. Hij wil elke bal hebben, wil het team helpen. We voelen elkaar goed aan op het veld.”
Ook de terugkeer van Frenkie de Jong wordt als een belangrijke troef gezien. “Iedereen ziet hoeveel verschil hij maakt. Dat is gewoon fijn.”
Toch moest Oranje het uiteindelijk met tien man doen na een rode kaart. “Dat is knap van ons, maar we moeten ernaartoe werken dat we zo’n wedstrijd dan alsnog kunnen winnen. Dat lukte nu niet – dat is ook de kwaliteit van Spanje natuurlijk.”
Over het tegendoelpunt is Gakpo realistisch. “Misschien wat pech, die bal kwam precies voor hun voeten. Ik moet de beelden nog terugzien.”
Vooruitkijkend op de return in Valencia is de aanvaller hoopvol: “Dat zou mooi zijn, mijn zeventiende goal daar. Hopelijk kunnen we daar winnen en deze lijn doortrekken.”
Hoewel de uitslag tegenvalt, ziet Gakpo de wedstrijd als een stap in de goede richting. “We hebben goed gespeeld. Hierop kunnen we voortbouwen. Dit moet onze standaard worden.”
