De Tweede Kamer is geconfronteerd met racisme en discriminatie op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Boven water zijn “pijnlijke patronen” gekomen na een intern onderzoek onder medewerkers. Institutioneel racisme is heel gewoon op de werkvloer, zelfs op de diplomatieke posten. Minister Hoekstra van Buitenlandse Zaken wil een grondig onderzoek om de realiteit te achterhalen en roept op tot het indienen van officiële klachten.
Onderzoekers noemden de conclusies ernstig en zorgelijk. “Walgelijk”, “hoe krijg je het in je botte harses om dit soort uitspraken te doen over collega’s?”, “het tast ook de reputatie van het departement aan”, en “we zijn steil achterovergeslagen”, zijn reacties van Tweede Kamerleden, die geshockeerd zijn van het verbaal geweld op het ministerie. Er komt dus een debat. Het is nog niet bekend als de kamer dit plenair zal doen of in commissie verband.
Een deel van de Kamer adviseert om naast Buitenlandse Zaken, ook andere ministeries onder de loep te nemen.”Dit zijn geen incidenten”, volgens Denk-Kamerlid Van Baarle, die aanvrager is van het debat.
De VVD wil het debat juist tot Buitenlandse Zaken beperken. VVD-woordvoerder Brekelmans bracht naar voren dat wat op Buitenlandse Zaken gebeurd, deels te maken heeft met cultuur. Het kamerlid haast zich om te zeggen dat racisme “uiteraard onaanvaardbaar” is.
Excuses en spijt zijn betuigd door de secretaris-general, omdat het “kennelijk niet is gelukt om een werkomgeving aan te bieden, waarin voor dit soort gebeurtenissen geen plaats is”.
