Afgelopen donderdag opende het Nationaal Slavernijmuseum (in wording), de eerste pop-up tentoonstelling ‘Verzet tegen slavernij’ in het Verzetsmuseum in Amsterdam. De Amsterdamse wethouder Kunst en Cultuur, Evenementen, Inclusie en antidiscriminatiebeleid Touria Meliani en de staatssecretaris van OCW, Cultuur en Media, Fleur Gräper-van Koolwijk openden de tentoonstelling.
Men laat licht schijnen op zowel het verzet van tot slaaf gemaakte mensen zelf als de anti-slavernijbeweging in Nederland. Slavenopstanden en het ontstaan van de Nederlandse anti-slavernij-activisten, ofwel de abolitionisten, die vaak bestond uit vrouwen en jongeren komt aan bod. Vanaf vrijdag zijn de deuren geopend voor het publiek. Het geheel gaat door tot midden augustus.
Steeds meer informatie over de werkelijkheid van de slavernij lekte uit naar de Nederlandse samenleving en wekten verontwaardiging, omdat men officieel niet op de hoogte was van de omgang met slaafgemaakten. Een voorbeeld is Frits Moquette die op 17-jarige leeftijd, het Jongelings Genootschap ter Afschaffing der Slavernij oprichtte na brieven van zijn vader in Suriname en het boek Uncle Tom’s Cabin te hebben gelezen.
Staatssecretaris Gräper-van Koolwijk: “Het is belangrijk dat het hele verhaal over het slavernijverleden wordt verteld. Zowel het verhaal over de mensonterende onderdrukking als het verzet daartegen. Vele mensen zijn in het verleden op verschillende plekken, van Suriname tot Curaçao, in opstand gekomen tegen slavernij. Door te saboteren, te vertragen of werkzaamheden te weigeren, te vluchten en samen in opstand te komen. Dat is te lang onderbelicht gebleven. De tentoonstelling brengt dit treffend in beeld.”
Wethouder Meliani is zeer ingenomen met deze ontwikkeling, omdat door activisten, wetenschappers, kwartiermakers en kunstenaars in de archieven, in musea als deze ” achterstallige onderhoud aan de geschiedenis” wordt gepleegd, en de geschiedenis duidelijker wordt.
De volgende pop-up tentoonstelling komt in Den Haag. Het publiek zal wegwijs gemaakt worden om informatie over families en landstreken, die verbonden zijn met het Nederlandse slavernij en het koloniale verleden te achterhalen.
Het Nationaal Slavernijmuseum die in 2030 de deuren hoopt te openen, wil een brug slaan vanuit het gedeelde verleden, via een hoopvol heden naar een gezamenlijke toekomst. Het museum zal zich richten op een breed publiek, met educatie, kunst, kennis en onderzoek. Dit alles wordt mogelijk gemaakt door de Gemeente Amsterdam en het ministerie van OCW. Kwartiermakers zijn Peggy Brandon, John Leerdam en David Brandwagt.
Het Verzetsmuseum Amsterdam opende haar deuren in 1985, verhuisde in 1999 naar het gebouw Plancius, en in 2022 was er een heropening met een nieuwe tentoonstellingsinrichting waar men kennis maakte met aangrijpende, persoonlijke verhalen die de bezoeker dichtbij de geschiedenis brengt.
Bron: de Ware Tijd
