Martin Bosma, de Nederlandse parlementsvoorzitter en PVV-lid, zal op 1 juli niet aanwezig zijn bij de nationale slavernijherdenking in het Oosterpark in Amsterdam. Na overleg met het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) heeft Bosma besloten om zijn uitnodiging in te trekken. Dit besluit werd genomen vanwege de controverse rondom zijn eerdere uitspraken over het slavernijverleden.
NiNsee had aangegeven dat als Bosma na een gesprek niet zelf zou besluiten weg te blijven, zijn uitnodiging zou worden ingetrokken. Volgens het instituut is de beslissing om de uitnodiging te annuleren in goed overleg genomen. NiNsee verklaarde dat de Kamervoorzitter het belang van een waardige herdenking begrijpt en om die reden akkoord is gegaan met het intrekken van zijn uitnodiging.
Bosma zal geen vervanger sturen, wat betekent dat er tijdens de herdenking geen krans namens de Tweede Kamer zal worden gelegd bij het Nationaal Monument Slavernijverleden. NiNsee-voorzitter Linda Nooitmeer lichtte het besluit toe: “Hij heeft onder meer de door de Staat gerehabiliteerde slavenleider en verzetsheld Tula een crimineel genoemd. Dit soort uitspraken zijn een klap in het gezicht van de nazaten van tot slaaf gemaakte mensen.”
Bosma heeft in het verleden meerdere keren kritiek geuit op de aandacht voor het Nederlandse slavernijverleden. Hij heeft bijvoorbeeld aangegeven “knettergek” te worden van de aandacht hiervoor. Daarnaast wilde hij dat de excuses die eind 2022 door premier Mark Rutte en later door koning Willem-Alexander werden aangeboden, zouden worden teruggedraaid.
Er was bezorgdheid dat de aanwezigheid van Bosma zou leiden tot protestacties tijdens de herdenking. Zijn afwezigheid moet bijdragen aan een vredige en respectvolle herdenking van het slavernijverleden.
En.. wat vond je van dit artikel?