Het Nederlandse luchtruim staat onder toenemende druk door een combinatie van een vastgelopen fusie tussen militaire en civiele luchtverkeersleiding en een ernstig tekort aan personeel.
Anonieme defensiebronnen waarschuwen dat de vliegveiligheid in gevaar is en militaire missies en civiele vluchten risico lopen. “We twijfelen of we nog voldoen aan de minimumeisen voor vliegveiligheid,” aldus bezorgde militaire luchtverkeersleiders.
Sinds 2017 werken militaire luchtverkeersleiders samen met hun civiele collega’s van Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) op Schiphol-Oost. Een volledige integratie onder LVNL, bedoeld om de efficiëntie te verhogen en arbeidsvoorwaarden te verbeteren, liep echter stuk. Hierdoor blijven militaire verkeersleiders onder de Defensie-CAO vallen, met salarissen die 20-50% lager liggen dan die van hun civiele collega’s. Ondanks tijdelijke toeslagen leidt de situatie tot een uitstroom van ervaren personeel en dalend moreel.
Door de onderbezetting draaien verkeersleiders vaak alleen diensten die normaal met twee man worden bemand. Dit leidt tot situaties waarin vluchten worden omgeleid of zelfs afgezegd. Zo moesten Transavia-vluchten uitwijken vanwege ziekte van verkeersleiders, en worden burgervluchten naar Lelystad regelmatig afgeschaald om militaire missies voorrang te geven. De communicatie met traumaheli’s en sportvliegers wordt soms stopgezet, wat in het drukke luchtruim gevaarlijke situaties veroorzaakt.
De Koninklijke Luchtmacht erkent de personeelstekorten, maar benadrukt dat “alle diensten conform veiligheidsregels worden uitgevoerd”. LVNL stelt dat de flexibiliteit van medewerkers uitval voorkomt, maar defensiebronnen spreken dit tegen. Staatssecretaris Gijs Tuinman (BBB) prees onlangs nog de samenwerking, tot frustratie van het personeel: “Het tegendeel is waar.”