Op 11 April wordt wereldwijd aandacht besteed aan de ziekte van Parkinson en parkinsonisme (aandoeningen en klachten, die horen bij de ziekte}. De Britse arts Parkinson is de eerste die de verschijnselen van deze ziekte herkende en beschreef. Later is het naar hem genoemd. Uit een groep van duizend mensen, kunnen twee de ziekte hebben. Meestal zijn mensen met de ziekte ouder dan 65 jaar. Soms speelt erfelijkheid een rol bij jongere patiënten.
Bij de ziekte van Parkinson sterven bepaalde hersencellen langzaam af. Het aantal cellen, dat dopamine maakt. Dit is een boodschapper in de hersenen, die het mogelijk maakt voor zenuwcellen om met elkaar te communiceren. Het is belangrijk voor bepaalde functies van het zenuwstelsel, zoals beweging, genot, aandacht, stemming en motivatie.
Vermindering van het aanmaken hiervan heeft invloed op onder andere beweging, uiterlijk en gedrag. Een tekort aan deze boodschapperstof maakt dat signalen minder of helemaal niet worden doorgegeven. De wetenschap heeft nog niet achterhaald waarom de hersencellen die deze stof produceren afsterven.
Meestal beginnen de symptomen aan één kant van het lichaam. Er komt verandering in de beweging. Later kunnen de klachten ook geleidelijk overgaan op het ander deel van het lichaam en wordt dan erger. Er bestaan medicijnen om de klachten te verlichten, maar er is nog geen genezing mogelijk.
Bron: Gezondheidsplein en Wereldfeesten Almanak 2024