Om te beginnen wil ik zeggen dat dit stuk gaat over een ‘oud’ onderwerp. Maar omdat het mij bezighoud, moet het er maar uit. Ik ga het hebben over het gewaardeerd assembleelid die de muizes op tafel liet danses. Nu moet u niet denken dat ik dit assembleelid hier ga afbreken. Nee, dat is de bedoeling helemaal niet, eerder het omgekeerde. Het is ook niet mijn bedoeling de indruk te wekken dat het oké is als de wetgevers in het hoogste college van Staat de officiële taal in Suriname niet machtig zijn. Maar het is nu eenmaal vaak zo dat in Suriname, het Nederlands iemands tweede of derde taal is. Daarnaast komt nog, dat een taal verstaan en uitspreken twee verschillende zaken zijn. Zo zijn er mensen die na hun vroege jeugd nooit meer de juiste uitspraak van een taal leren, maar die wel lezen en begrijpen.
Het hindert mij ook dat niemand ooit valt over taalfouten die andere assembleeleden maken. Die fouten horen wij zo vaak dat we het normaal vinden of we weten gewoon niet beter. Het lid van onze Volksvertegenwoordiging die de muizes op tafel liet danses, hield een toespraak in de Nationale assemblee waarbij hij, volgens wat ik mij herinner, grammaticaal goede zinnen vormde, maar verkeerde uitgangen gebruikte bij bepaalde woorden zoals muizes in plaats van muizen en danses in plaats van dansen. Half Suriname viel over hem heen en lachte hem uit en natuurlijk precies diegenen die de Nederlandse taal wel spreken, maar niet beheersen. Ik geef u een voorbeeld van Sociale Media waar een filmpje van de toespraak werd gepost, met de bedoeling de man belachelijk te maken. De laatste zin van de inleiding bij het filmpje kan ik me nog herinneren. Die was: ‘’Nederlands kan hij niet eens praten”. Dat kon ik niet laten gaan. Ik begon met de basiskennis die ik van de Nederlandse taal heb de ‘poster’ van het filmpje uit te leggen wat er allemaal taalkundig mis was met zijn inleiding. Nu heb ik alleen de laatste zin onthouden. Ik zei hem dat het moest zijn: “Hij kan niet eens Nederlands praten”. Er waren veel reacties op het filmpje. En allemaal probeerden de man belachelijk te maken om zijn taalmisère. Pardon, taalmisser.
Er was iemand die op het filmpje reageerde met de vraag of ze wel ‘kaders’ hebben binnen de politieke partij van het geacht assembleelid, waarop er een discussie losbarstte over het wel of niet aanwezig zijn van ‘kaders’ binnen die specifieke partij. Ik vroeg aan de facebook taalkundigen wat er bedoeld werd met kaders; of ze daar mensen mee bedoelden? Ja, was het antwoord. Ik vertelde hen dat ‘kaders’ geen mensen zijn, maar dat het woord ‘kader’ met betrekking tot mensen in figuurlijke of overdrachtelijke zin wordt gebruikt. Want niemand zegt toch: Daar gaat een kader over straat, terwijl het een mens is. Het was even redeneren, maar het scheen uiteindelijk tot hen door te dringen. Het zou toch wat zijn, kaders van allerlei materiaal en soort; vierkant en rechthoekig, over straat huppelend. Om een hartaanval van te krijgen! Ik heb mijn facebook vrienden ook even duidelijk gemaakt dat als ìk taalfouten op FB zou moeten verbeteren, ik er een dagtaak aan zou hebben. Ik denk daarbij aan de FB er die altijd schrijft: “Ja tocht ?”. En om wat voeling te hebben met de taalmisser van onze volksvertegenwoordiger, verwijs ik u naar het woord ‘Dinges’ dat wij vaak gebruiken in plaats van ‘Dingen’. Wat zeuren we toch(t)?
CV