BIJ1-partijvoorzitter Rebekka Timmer heeft een ode gebracht aan de communistische leider Che Guevara. Ze noemt hem een ‘groots man en vrijheidsstrijder’. Maar al snel wordt ze erop gewezen dat Guevara heel wat op zijn kerfstok heeft.
Onderzoekers hebben gedocumenteerd dat Guevara tussen 1957 en 1959 zo’n 216 slachtoffers heeft gemaakt met moordpartijen en martelingen. Alleen al een verdenking was voldoende om iemand het leven te ontnemen. Een rechtszitting was niet nodig, vond Guevara (dus standrechtelijke executie, aj), want een revolutie “mocht niet worden belemmerd door onderzoek; het had de verplichting om te triomferen’’.
Het hierboven geciteerde doet denken aan de Decembermoorden, waarbij (communist) Dési Bouterse vijftien van zijn (politieke) tegenstanders liet martelen en standrechtelijk executeren.
In 1984 bracht Amos Wako, een Speciale Rapporteur van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties, een bezoek aan Suriname en Nederland in verband met de Decembermoorden. Hij concludeerde dat in de nacht van 8 op 9 december 1982 “standrechtelijke of willekeurige executies hadden plaatsgevonden”.
Maurice Bishop van Grenada voerde een marxistisch-leninistisch bewind en zocht toenadering tot Cuba, de Sovjet Unie en tot andere communistische staten. Eind oktober 1982 bezocht Bishop het militaire regime van Desi Bouterse. Het bezoek werd door de Surinaamse vakbonden gesaboteerd. Bishop was woedend en vond Bouterse veel te soft. Ruim een maand later vonden in Suriname de Decembermoorden plaats.
Ingezonden : Ahmad Jhawnie