Paus Franciscus is vanmorgen op 88-jarige leeftijd overleden. De mededeling werd gedaan door kardinaal Kevin Farrell, camerlengo van de Heilige Roomse Kerk. In een korte verklaring meldde hij: “Vanmorgen om 07.35 uur keerde de bisschop van Rome, Franciscus, terug naar het huis van de Vader.”
De afgelopen maanden werd al veelvuldig gespeculeerd over de verslechterende gezondheid van de paus. Afgelopen week liet hij vrijwel alle vieringen van de Goede Week aan zich voorbijgaan. Enkel op Eerste Paasdag verscheen hij nog in een rolstoel op het balkon van de Sint-Pietersbasiliek om de traditionele urbi et orbi-zegen uit te spreken. Hoewel zichtbaar zwak, wenste hij de aanwezigen een zalig Pasen.
Paus Franciscus, geboren als Jorge Mario Bergoglio in Argentinië, werd in 2013 tot paus gekozen als opvolger van Benedictus XVI. Zijn benoeming was opvallend: hij was de eerste paus van buiten Europa sinds de achtste eeuw en werd aangesteld op 76-jarige leeftijd, een hoge leeftijd voor een nieuwe paus. Tijdens zijn pontificaat zette hij zich in voor eenvoud, sociale rechtvaardigheid en een meer inclusieve kerk.
De paus kampte de laatste jaren regelmatig met gezondheidsproblemen, waaronder een zware longontsteking en een darmoperatie. In zijn nalatenschap valt ook op dat hij een vernieuwde liturgie voor pauselijke uitvaartdiensten goedkeurde, waarin eenvoud en zijn rol als herder van Christus centraal staan.
Vanavond om 20.00 uur wordt het lichaam van Franciscus opgebaard in de Domus Sanctae Marthae, zijn woonverblijf in het Vaticaan. De officiële rouwperiode duurt negen dagen. Naar verwachting zal hij drie dagen opgebaard liggen in de Sint-Pieter, waarna de uitvaartmis zal plaatsvinden.
Het Vaticaan bereidt zich inmiddels voor op het conclaaf waarin een nieuwe paus zal worden gekozen. De bijeenkomst van kardinalen, die in de Sixtijnse Kapel zal plaatsvinden, begint naar verwachting binnen twee weken.
