Een schilderij dat ongeveer 150 jaar in een Australische herberg heeft gelegen, blijkt te komen uit de hand van de Nederlandse schilder Gerret Willemsz Heda. Samen met zijn beroemde vader, Willem Claesz Heda, werd het 400 jaar geleden geschilderd in de zeventiende eeuw. Het kunstwerk heeft een waarde waarschijnlijk van miljoenen euro’s.
Het gaat om een stilleven, van olieverf dat een half gedekte tafel laat zien met onder meer een omgevallen beker, een taart en een schaal met noten.
Het kwam te voorschijn tijdens een groot restauratieproject van een Australische organisatie ter bescherming van het nationaal erfgoed. Het kwam uit een negentiende-eeuwse herberg op de Woodford Academy, een verzameling van de oudste koloniale gebouwen in de Blue Mountains in de deelstaat New South Wales.
Een collectie kunstwerken was daar hoogstwaarschijnlijk zo’n 150 jaar opgeslagen, voordat ze in 1979 werden overgedragen aan de erfgoedorganisatie. De collectiemanager gaf te kennen dat de werken toen in vervallen staat waren, en aangetast door insecten en schimmel.
Het stilleven van Heda passeerde jarenlang allerlei verschillende kunstdepots. In 2009 werd in een depot getwijfeld aan de echtheid ervan, waardoor de lijst eraf werd gehaald om het in bubbeltjes plastic te wikkelen
In 2021 werd het kunstwerk uitgekozen als onderdeel van een groot restauratieproject. De restaurateurs ontdekten dat het om een echt kunstwerk van vader en zoon Heda, door twee microscopische handtekeningen op een mes.
Schilderijen van Nederlandse en Italiaanse kunstenaars waren gewild in de negentiende in Engeland. Australische kunstverzamelaars kochten regelmatig als een symbool van de culturele ontwikkeling van de Britse kolonie.